Nog niet alle wilde narcissen staan in bloei. Gelukkig want die welke al een tweetal weken bloeien, vertonen de sporen van de vele regenbuien. Waar de zon heel de dag voor warmte kan zorgen op de bosbodem verschijnen de eerste kleine groepjes bloeiende bosanemonen. Langs de randen van de paden steken, tussen hun diepgroene hartvormige bladeren, de gele ‘stervormige’ bloempjes van speenkruid de kop op. In de bosranden bloeit aardbeiganzerik. De blauwe bloemen van kleine maagdenpalm horen traditiegetrouw ook bij de eerste bloeiende voorjaarsbloeiers. De hazelaars zijn intussen uitgebloeid. In de bosrand vallen nu de gele bloempjes van de gele kornoelje, de bloeiende katjes van de boswilg en de spierwitte bloemen van de sleedoorn op. Vooral de bloemen van de boswilg en sleedoorn worden op zonnige dagen druk bezocht door bijen, hommelkoninginnen en vlinders (atalanta, dagpauwoog en citroenvlinder) die als imago (volwassen vlinder) overwinterd hebben en op zoek zijn naar voedsel (stuifmeel en nectar). De bladeren van de wilde hyacinten blijven door de dorre beukenbladeren priemen en zorgen er voor dat de bosbodem beetje bij beetje groen kleurt.