Van Merovingers en Habsburgers over Hertogen naar Domeinbos

Kolenwoud

Sint-WaltrudisBij het begin van onze tijdrekening maakt het Hallerbos nog deel uit van het uitgestrekte Kolenwoud, dat vanaf de Romeinse tijd langzaam verbrokkelt en waaruit onder andere het Zoniënwoud ontstaat. In de loop der eeuwen vormt het Hallerbos met het Zoniënwoud lang een gemeenschappelijke oostgrens.

Sint-Waltrudis

Een eerste bron in 686 vermeldt het Hallerbos wanneer Sint-Waltrudis dit bosdomein aan de Abdij van Sint-Waltrudis in Bergen nalaat. Deze abdij wordt kort voor 1200 omgevormd tot het adellijk Kapittel van Sint-Waltrudis. Gezien het Kapittel van Bergen niet bij machte is dit afgelegen bos rechtstreeks te beheren, wordt het Hallerbos in 1229 bij overeenkomst onder de voogdij en de bescherming van de Heren van Brussel geplaatst. In 1239 wordt deze overeenkomst vernieuwd tussen het Kapittel, de graaf van Henegouwen en de kasteelheer van Brussel. Er wordt overeengekomen dat zij alle drie gelijke rechten krijgen in het Hallerbos. Hierdoor ontvangt iedereen een derde van zowel de opbrengsten als de boetes die er geheven worden. De kasteelheer van Brussel en zijn zoon doen nog in hetzelfde jaar afstand van hun deel ten voordele van de graaf van Henegouwen. Vanaf dan ontstaat dus een 1/3-2/3-verdeling, die tot in 1831 onveranderd blijft. Later krijgen de hertogen van Bourgondië en vervolgens de Habsburgers door erfenis hun deel in dit bosdomein.

Philippe-François

Hertog van Arenberg

In 1648 fungeert het Land van Halle als borg voor een schadeloosstelling aan de hertog van Arenberg. De Spaanse koning Filips IV (tevens Graaf van Henegouwen) had Arenberg immers compensaties beloofd voor het verlies van het domein Zevenbergen (ten NW van Breda) aan de Nederlanders na het verdrag van Munster in 1648. Het feit dat de hertog zijn vergoeding na twee jaar nog steeds niet had ontvangen, resulteert in een openbare verkoop van de door Filips verpande domeinen op 14 november 1652. Hierdoor krijgt de Hertog van Arenberg via een tussenpersoon onder meer Halle en twee derde van het Hallerbos in bezit. Het bos heeft toen een oppervlakte van 900 bunders of ongeveer 1125 ha.

Na een periode van gemeenschappelijk beheer rijzen er moeilijkheden tussen beide eigenaars, respectievelijk het Kapittel en de hertogen van Arenberg. Ze beslissen de onverdeeldheid op te lossen. In 1779 worden daartoe op de scheiding 24 grenspalen met de gebeitelde opschriften SW (St.-Waltrudis) en AR (Arenberg) geplaatst. Het merendeel van die palen zijn nu nog te zien.

De totale oppervlakte van het Hallerbos is op het ogenblik van de verdeling al verminderd tot 531 bunders, of ongeveer 660 ha. Dat komt doordat grote delen van het bos omgevormd zijn tot landbouwgrond.

Meersteen met AR inscriptieDe kaart van de Ferraris uit diezelfde periode (1777) toont langs de oostgrens van het bos nog een duidelijke verbinding over ongeveer 1,5 km lengte met het Zoniënwoud via het gebied Zevenborre. In het begin van de 19de eeuw gaat die gemeenschappelijke grens echter door verdere ontbossing en bosversnippering verloren.

Franse Republiek en Verenigd Koninkrijk

In de nasleep van de Franse revolutie (1789) en na de inval van de Franse troepen in 1794, worden ook in onze regionen alle kerkelijke eigendommen in beslag genomen. In 1797 wordt het Kapittel opgeheven en het derde deel van Hallerbos werd staatseigendom van de Franse Republiek. De overheersing door Frankrijk eindigt in 1815 als gevolg van de nederlaag van Napoleon tijdens de Slag bij Waterloo. Het Hallerbos wordt vervolgens staatseigendom van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. In 1822 (onder het bewind van koning Willem I) wordt de bevoegdheid over het Hallerbos, als onderdeel van het Zoniënwoud, afgestaan aan de ‘Algemene Nederlandse Maatschappij ter begunstiging van de Volksvlijt’ (de latere Société Générale). Het beheer onder deze Société Générale duurt tot 1831, wanneer beslist wordt het Hallerbos in 20 loten op te splitsen en deze te verkopen aan particulieren. Op dat moment slagen de Arenbergs erin alle loten in één keer op te kopen. Zo krijgen ze ook het resterende derde deel van Hallerbos in hun bezit.

Als eigenaar van andere grote bosdomeinen zoals Heverleebos en het Meerdaalwoud, stimuleren de hertogen een degelijk bosbeheer, dat aan de Regie van Arenberg was toevertrouwd. Net als in de middeleeuwen wordt het Hallerbos beheerd als middelhoutbos, waarin de Regie de voorraad aan oude bomen sterk opvoert. Die voorraad, ook hooghout genoemd, is samengesteld uit een belangrijk percentage beuk, een erg gewaarde boomsoort, alsook inlandse eik en Amerikaanse eik. De hakhoutlaag bestaat vooral uit tamme kastanje en Robinia.

Velling na WO ITijdens de wereldoorlog 1914-1918 laat de Duitse bezetter alle grote bomen kappen, zodat het Hallerbos vrijwel geruïneerd wordt achtergelaten.

Hallerbos wordt Belgisch Staatsbos

Na WO I worden alle bezittingen van de familie Arenberg door de Belgische Regering onder sekwester geplaatst als borg voor Duitse herstelbetalingen. In 1929 komt het Hallerbos (nog 569 hectare groot) definitief in het bezit van de Belgische Staat als oorlogsschadevergoeding.

Vanaf 1930 tot 1950 wordt het Hallerbos, op enkele bestaande jonge bosbestanden na, door beplanting bijna volledig herbebost. Dat verklaart het jonge aspect van het bos.

Domeinbos

De onteigeningen voor de aanleg van de autosnelweg Brussel-Parijs in 1968 laten de oppervlakte van het Hallerbos nog eens met 25 ha inkrimpen.

Als gevolg van de regionalisering in 1983 wordt het bosbeheer opgesplitst tussen het Vlaamse Gewest met 511 ha (grondgebied Halle) en het Waalse Gewest met 48 ha (grondgebied Woutersbrakel). Het bos wordt in 1998 uitgebreid met 3 ha landbouwgrond die door het Vlaamse Gewest wordt aangekocht. Dit aangrenzende perceel wordt in samenwerking met de Stad Halle beplant in het kader van het tweede millennium. In 2005 groeit het bos opnieuw met bijna 11 ha door aankoop van landbouwgronden. In 2007 wordt daarvan 5 ha bebost in het kader van de actie Kom op tegen Kanker. In 2008 en 2010 wordt nog eens een ha bebost langs het Kapittel. In 2009 wordt er 1,6 ha bebost aan de Hogebermweg. De totale oppervlakte van het bos bedraagt nu 542 ha.