Historische grenspalen in het Hallerbos: 1777 – 1779

hallerbos meersteen SW

Geschiedkundige situering

Het Hallerbos bezit ongetwijfeld een rijk verleden en herbergt een schat aan zogenaamde ‘kleine historische getuigen’, waaronder grenspalen, meerstenen.

Uitgangspunt is één der oudste en beroemdste kapittels der Nederlanden: het Kapittel van Sint Waltrudis te Bergen.
In 686 wordt het Hallerbos door de nalatenschap van Waltrudis, dochter van Walbrecht, graaf van Henegouwen, bezit van het Waltrudisklooster.

Daar het Kapittel niet bekwaam is dit verafgelegen grensgebied te beheren, komt het Hallerbos onder de bescherming van de Heren van Brussel. In ruil voor één derde en later in 1239 voor twee derden van de opbrengst.
Aldus krijgen later door erfenis de hertogen van Boergondië en de Habsburgers hun deel van de inkomsten.

Filips IV van Spanje handelt meer als eigenaar dan als beheerder, wanneer hij in 1648 voor een schuld aan de hertog van Arenberg, de stad Halle met het Hallerbos als pand geeft. Filips IV kan zijn schuld niet betalen en in 1652 wordt de hertog van Arenberg, eigenaar van twee derden van het bos, alsdan nog 900 bunders (ongeveer 1200 ha) groot.

Er rijzen moeilijkheden tussen beide eigenaars, het Kapittel en de hertog van Arenberg en men besluit uit onverdeeldheid te treden.
Op 1 september 1778 wordt het Hallerbos verdeeld tussen de hertog van Arenberg voor twee derden en het Kapittel voor één derde, volgens een verdelingsplan van 18 april 1777 van de landmeters Desmoustier en Pourbaix.
De 24 geplaatste grenspalen dragen de letters S.W. (Sint Waltrudis) langs de zijde gekeerd naar het Kapittelbos en A.R. (Arenberg) op de andere zijde.

Het eigenlijke verdelingsplan van 18 april 1777 kon (nog) niet achterhaald worden, maar wel het uitvoeringsplan van 9 oktober 1779. Het is een metersgroot document, sterk gehavend, op meerdere plaatsen onleesbaar en wordt bewaard in het Algemeen Rijksarchief (fonds Arenberg nr. 1012).

hallerbos grenssteen AR

Opzoekingen en heropmeting 1988 – 1990

Tweehonderd jaar later worden de 24 historische grenspalen heropgezocht en heropgemeten door de Halse landmeters-experten Johan Vanvolsem en Koenraad Van Cauter.

Twintig grenspalen worden teruggevonden, waaronder de drie belangrijkste: namelijk beginpunt, hoekpunt en eindpunt van de haakvormige grensafbakening.
Vier andere blijven onvindbaar en werden zonder twijfel het slachtoffer van de uitbreiding van het Essenbeekse ontginningsgebied.
Alle opzoekingen en opmetingen worden vastgelegd aan de boswachterwoning.

De twintig teruggevonden grenspalen staan keurig in de lijn. De zeven grenspalen van de kortste as van de winkelhaak zijn intact. Op de langste as ontbreken vier van de zeventien grenspalen. De hoek tussen de kleine as en de grote as is nauwgezet een rechte hoek: 100 gon (tiendelig stelsel) of 90°. De totale lengte van de korte as bedraagt 704,58 meter en de totale lengte van de langste as bedraagt 1944,90 meter. Aldus bedraagt de totale afstand tussen de eerste en de laatste grenspaal 2649,48 meter.

Volgens de historische opmeting van Demoustier en Pourbaix bedraagt deze totale afstand 497,5 roeden, circa 2646,7 meter. Wat een theoretisch verschil oplevert van 2,78 meter. De omzetting van de oude lengtemaat ‘roede’ in het decimaal stelsel is een gemiddelde. Dit betekent een theoretische fout van 0,10 %.

De historische Hallerbosgrenspalen zijn arduinen piramidevormige grenspalen. Afmetingen van het bovenvlak: 28 cm x 28 cm; ondervlak: 60 cm x 60 cm; lengte 1,69 meter (!); volume: circa 1/3 m³; gewicht: circa 825 kilogram (!). Zij steken 60 à 80 cm boven de grond uit.

Zes van de teruggevonden grenspalen vertonen min of meer ernstige beschadiging: afgebroken toppen, scherven aan de randen …

Getuigen van historische landmeteropdracht

Ruim tweehonderd jaar later getuigen de 20 Arenberg-Sint Waltrudis grenspalen in het Hallerbos nog van één van de grootste opmetingen en afpalingen in de Nederlanden en van ongetwijfeld de grootste, zwaarste en moeilijkste historische landmeteropdracht op Hals grondgebied.