Natuurreservaat Duling
De Duling (5,5 hectare), in 1993 opgericht als Vlaams natuurreservaat, sluit in het zuiden aan bij het Hallerbos. Het bestaat uit moerassige hooilanden en vochtige elzen- en essenbossen in de vallei van de Rilroheidebeek.
Net als de andere beken heeft de Rilroheidebeek een mooi ontwikkelde structuur met plaatselijk veel kronkels en een groot verval. Deze natuurlijke structuurdiversiteit is zeer zeldzaam in Vlaanderen. Het gebied is, net als het Hallerbos, ook aangeduid als Europees habitatrichtlijngebied. Deze bescherming moet ervoor zorgen dat de aanwezige biotopen en zeldzame soorten als de rivierdonderpad blijven bestaan. Typerend voor deze bronbeken is hun hoog kalkgehalte (officieel heet de habitat ‘Kalktufbronnen met tufsteenformatie’).
Waar er kalk- en basenrijk kwelwater aan de oppervlakte komt, groeien soorten als reuzenpaardenstaart en pluimzeggenbulten. Waar de kalkrijke kwel in aanraking komt met stagnerend neerslagwater dat zuurder is, ontstaan ideale groeiplaatsen voor bosorchis en waterdrieblad. Moerasstreepzaad en karwijselie zijn gebaat met een vochtige bodem in moerassige graslanden en aan bosranden. In het voorjaar bereikt het zonlicht de bosbodem zodat prachtige voorjaarsbloeiers alle kansen krijgen.
De Rilroheidebeek is nog opvallend rijk aan larven van kokerjuffers en steenvliegen. Ze herbergt, samen met de andere bronbosbeken van het Hallerbos, drie zeer zeldzame vissoorten: de rivierdonderpad, de beekprik en de beekforel. Dat deze soorten samen voorkomen is uniek voor Vlaanderen.
Beheer
Het beheer van het reservaat is gericht op het herstel van de soortenrijkdom van de vroegere hooilanden en hakhoutbossen. Veel soorten kwamen immers in de verdrukking door het wegvallen van het voormalige beheer. Het hakhout wordt opnieuw gekapt en de hooilandpercelen worden jaarlijks tweemaal gemaaid. Hierdoor is de bosorchis in aantal toegenomen.
De populierenaanplantingen werden deels omgevormd tot inheems loofbos door de al aanwezige es, zomereik, hazelaar en meidoorn te bewaren. Langs de Rilroheidebeek wordt er ter hoogte van de Duling een afwisseling van open en gesloten vegetatie in stand gehouden omdat de vissen gebaat zijn met een afwisseling van zonnige en beschaduwde plekken in de beek.
Wegens de beperkte oppervlakte is het volledige gebied aangeduid als rustgebied en niet geschikt om er vrij te wandelen. Een geleid bezoek kan aangevraagd worden.
Het Agentschap voor Natuur en Bos wil deze grote brok open ruimte met zijn hoge natuurwaarde door natuurontwikkeling verder uitbouwen tot een grote eenheid natuur in de natte sfeer, met afwisselend schrale graslanden, heidegebieden, venige broekbossen en eiken-berkenbossen.