’s Ochtends is het beste moment om van de vogelzang te genieten. De vogels zijn het leefgebied aan het afbakenen waarin ze gaan broeden en hun voedsel zoeken. Door ’s morgens te zingen laten ze aan de andere vogels weten dat ze er nog zijn en hun territorium niet ‘beschikbaar’ is. De koolmees is gemakkelijk te herkennen aan zijn geel, zwart en wit verenkleed. De mannetjes hebben een bredere zwarte band op de borst dan de vrouwtjes. Hun zang lijkt op het geluid van een versleten fietspomp. De bruingevlekte boomkruiper is veel onopvallender. Steunend op zijn sterke staartveren kan hij vlot langs een stam omhoog kruipen. Naar beneden kruipen, zoals de boomklever dat zo handig doet, kan hij niet. Met zijn spits gebogen snaveltje peutert hij insecten uit spleten in de schors.