De bosanemonen leggen in grote delen van het bos een mooi wit bloementapijt. Maar dan moet de zon ook wel van de partij zijn, anders blijven de bloemen dicht om het stuifmeel droog te houden en bij regen vliegen de bestuivers (hommels, bijen en zweefvliegen) toch niet door het bos. Intussen bloeien er meerdere andere lentebloeiers: pinksterbloem, bleeksporig bosviooltje, gevlekte aronskelk, bosbingelkruid en witte klaverzuring. Bladeren ontluiken bij struiken en lage bomen: vlier, hazelaar, sleedoorn, haagbeuk, gewone esdoorn en linde. In de delen van het bos met eiken waar ook veel andere soorten groeien, wordt de doorkijk daardoor al moeilijker. In de delen met beuken en op de flanken van de valleien waar enkel wilde hyacinten groeien, vallen vooral hun smalle nog groeiende bladeren op en kleuren de bosbodem daar helemaal groen. Een blauw bloementapijt ligt er nog niet. Maar op de plateaus, die de hele dag door de zon opgewarmd worden, zijn wel al bloeiende hyacinten te vinden. De bloeistengels moeten nog strekken en zitten nog wat verborgen tussen de bladeren. Elke week is het een andere beleving in het bos. Het blijft genieten van de ontluikende lente.