De eerste wilde narcissen staan in bloei, maar ze vallen nog niet op in het bos. De blaadjes van bosanemonen verschijnen. Op warme, beschutte plaatsen zijn al witte bloemknopjes van bosanemonen te zien. Langs zonnige bosranden bloeit de sleedoorn. De sneeuwwitte bloemen verschijnen voor de bladeren. Bij de hazelaar zijn de mooie, kleine vrouwelijke bloemen met hun karmijnrode stempels te zien. De gele, hangende, mannelijke katjes vallen meer op. De witte katjes van de boswilg kruipen uit hun winterjasje. De gele kornoelje bloeit uitbundig. In het bos, onder de beuken, priemen de jonge bladeren van wilde hyacinten door de dode beukenblaadjes van vorig jaar.  In de naaldbomen spelen de eekhoorns achtervolgingsspelletjes. Koolmezen, boomklevers, kepen, vinken, zanglijsters, spechten en buizerds zorgen voor heerlijke zang en geluiden en tonen hun vliegkunsten. Als de schemering valt, klinkt het spookachtige hoe-hoe-hoe-hoeeee van de mannelijke bosuil door het bos. De lente is in aantocht, maar het is nu al volop genieten in het bos.