Het sprookjesbos komt stilaan tot leven. De bosanemonen bloeien uitbundig en zorgen op zonnige dagen voor stralende witte bloementapijten. Waar de zon vanaf ’s morgens tot op de bloemen geraakt, kleuren wilde hyacinten het bos paarsblauw. Maar ook op die plaatsen staan nog veel planten met bloemknoppen. Op de flanken van de valleien, die minder zonlicht krijgen, verloopt de bloei traditiegetrouw trager. Vorige herfst waren er veel beukennootjes en dat valt nu op. Langs de paden krioelt het van jonge beukjes. Ze zijn te herkennen aan hun twee ‘olifantsoortjes’, de twee eerste blaadjes aan de kiemplant, die helemaal niet op beukenblaadjes lijken. Hier en daar zijn al lage beuken te vinden met beukenblaadjes. Jonge beukenblaadjes hebben een gewimperde bladrand. Plantenliefhebbers zullen de bijna in de paden groeiende schedegeelster met fijne rolronde bladeren herkennen. Een van de meest zeldzame plantjes in het bos. Er is ook minder leuk nieuws. Het bos staat nog niet helemaal in bloei en langs de randen van de paden zijn de sporen van fotografen en smartphonegebruikers al te vinden: plaatsen waar ze gelegen, gezeten of gelopen hebben op de bloemen. Hoe spijtig!