De herfstkleuren zijn nu het mooist. De koudere nachten hebben de beuken een mooi goudgeel bladerdek bezorgd. Op de paden is het heerlijk wandelen over de verdorde bladeren. De kronen van de bomen zullen nu kaler worden. Het bos maakt zich klaar voor de winter.
Ook de beuken zorgen stilaan voor mooie herfstkleuren. Haagbeuk, linde en tamme kastanje staan al helemaal in herfsttinten. Een grote bonte specht zoekt een tak af naar insecten. Door hun grootte en grijsbeige hoed vallen nevelzwammen op in het bruine tapijt van verdorde bladeren. Regelmatig vormen ze een heksenkring. Heerlijke tijd om te wandelen in het bos.
Het warme vochtige weer zorgt voor heel wat paddenstoelen. De herfst is duidelijk begonnen in het bos.
De schoontijd is voorbij. De exploitanten mogen het in de winter gevelde hout uit het bos halen.
Juni is een rustige maand in het Hallerbos. Ideaal voor een wandeling op een warme zomerdag. De houtexploitatie ligt stil. Van de wilde hyacinten blijven enkel de droge bloeistengels over. Ze staan nu in zaad.
Witte rapunzel en daslook zijn hier en daar nog bloeiend te vinden. Boswederik en gele lis bloeien tot een eind in de zomer. Van de echte lentebloeiers staat dalkruid nu mooi in bloei.
Dalkruid, lelietje-der-dalen en boswederik zijn kleine, nog bloeiende lentebloeiers die langs de randen van de paden gemakkelijk te vinden zijn. Ook daslook is nog bloeiend te vinden.
De bloei van daslook is over zijn hoogtepunt. Vooral de lookgeur valt nu sterk op. Enkel op zonnige plaatsen zijn nog mooie bloemen te vinden. Lelietje-der-dalen is bloeiend te vinden.
Daslook bloeit nog. Lentebloeiers die geen tapijt vormen, maar toch ook opvallen in de randen van de paden zijn éénbes, gewone Salomonszegel, boswederik en gele dovenetel. Op de twee plaatsen in het bos waar de beuken geveld werden en de zon nog tot op de bodem kan, blijven de hyacinten voor een ‘blauw kleurtje’ zorgen.
Hier en daar op een zonniger plek is nog een bloeiende hyacint te vinden. Maar de opvallende blauwpaarse kleur is voor een jaartje verdwenen uit het bos. Daslook is de laatste in overvloed bloeiende lentebloeier. Maar die is enkel te vinden op de vochtiger, kalkrijkere plaatsen. Het is, net als de hyacint, een bolgewas en niet bestand tegen betreding. De bladeren moeten de bol van nieuwe reserve voorzien om volgend jaar opnieuw te kunnen groeien. Spijtig dat een handvol bosbezoekers dat niet ‘door hebben’. Net als in de hyacinten zijn ook in het daslook dit jaar veel paadjes gemaakt met kapotgelopen planten. Om (natuur?)foto’s te maken?
