Waar de warmte van de zonnestralen niet geraakt, blijft het kantwerk van de nachtvorst nog een tijdje zichtbaar. De blauwgroene bladeren van de wilde narcissen priemen door het dorre bladertapijt. Hier en daar is het begin van een gele bloemknop te zien. Ook de grasgroene bladeren met een ‘boegvormige’ top van de wilde hyacinten komen al piepen, maar dat is niet uitzonderlijk in deze periode. De bladeren van de gevlekte aronskelk zijn al verder ontwikkeld. In de bosrand bloeien de gele kornoelje en de hazelaar. De gele kornoelje met kleine gele bloemen. De hazelaar met zijn opvallende gele mannelijke katjes. De vrouwelijke bloemen vallen minder op. Ze hebben geen bloemblaadjes en bestaan enkel uit een kleine bloemknop waaruit de rode stempels steken. Die zijn kleverig en klaar om het stuifmeel op te vangen dat de wind uit de mannelijke katjes blaast. Op rozen vallen de rozenmosgallen van de rozenmosgalwespen op. De bolvormige, mosachtige gallen zijn als ‘appartementsgebouwen’ met meerdere broedkamers voor de larven.  Met een beetje geluk is een ree te zien. Wie thuis een verrekijker heeft, brengt die best mee. Nu er nog geen bladeren aan de bomen en struiken zijn, is dat echt plezant om de dieren rustig mee te observeren. De brug centraal in het bos over de RO wordt in de zomer, na het bouwverlof, afgebroken (of reeds na 15 mei). In de plaats komt een 65 m breed ecoduct. Voor wandelaars en fietsers is een 5 m breed pad voorzien. Als voorbereidende werken zullen voor 15 maart bomen geveld worden waar de taluds van het ecoduct komen.