Elke dag komen er bloeiende wilde narcissen bij. Zij zijn nu de opvallendste lentebloeier. Maar het hoogtepunt van de bloei zal voor de tweede helft van de maand zijn. Hartvormige blaadjes van speenkruid vullen stilaan de lichtrijke kanten van de paden. Tussen de grondbedekkende blaadjes verschijnen de eerste gele stervormige bloemen. Ook de blaadjes van de bosanemonen duiken hier en daar op, dikwijls meteen met een kleine bloemkop. De bladeren van de wilde hyacinten blijven door de dorre beuken- en eikenbladeren priemen. Beetje bij beetje kleuren ze de bosbodem groen. In de bosranden blijft de gele kornoelje opvallen. Net als de hazelaar, die bijna uitgebloeid is, bloeit hij voor er bladeren aan de struik verschijnen. ’s Ochtends is de kans het grootst om een ree te ontmoeten en met een beetje geluk ook een eekhoorn. De ochtend is ook het beste moment om te genieten van de vogels. Ze zingen nu volop en omdat er nog geen bladeren aan de bomen zijn, lukt het goed om ze te observeren. Met steeds meer kleuren en heerlijke vogelzang groeit elke dag het lentegevoel in het bos.