Sneeuwklokjes bloeien. Gelukkig zijn ze bestand tegen een laagje sneeuw en de vorst die zeker nog zal toeslaan. Tot -30°C kunnen ze aan. Dat dankzij zelfgemaakt ‘antivries’ in hun bladeren. Zetmeel uit de bol wordt omgezet in suikers die als ‘antivries’ in de bladeren werken. Omdat ze zo vroeg bloeien, zijn sneeuwklokjes niet afhankelijk van bestuivers om zich voort te planten. Sneeuwklokjes vermeerderen zich vooral door het delen van de bol. Daarom staan ze ook dikwijls met zoveel zo kort bij elkaar. Op warme dagen kan een hommel wel eens op bezoek komen en zorgen voor kruisbestuiving. In de bosranden vallen de gele, hangende mannelijke katjes van de hazelaar van ver op. Ze zijn klaar om stuifmeel te produceren. Intussen zijn ook de mooie vrouwelijke bloemen, met hun rode stempels, van de hazelaar te zien. Dat is echt een teken dat de lente eraan komt. Jonge hyacintenbladeren beginnen hier en daar door de oude droge beukenblaadjes te priemen.