De aprilse grillen maken het de bosanemonen niet gemakkelijk met afwisselend wat regen en zon. Van de zonnige momenten profiteren ze volop om hun witte bloemblaadjes naar de zon te richten en te laten opwarmen om bestuivers te lokken. Waar bosanemonen en wilde hyacinten samen groeien, zorgen ze voor een wit-paarse bloemenzee in het bos. Op de flanken van de valleien waar enkel wilde hyacinten groeien, blijft de bloei wat achter. Voorlopig verklappen enkel hun smalle groene bladeren dat daar waarschijnlijk in de loop van volgende week ook een blauwpaarse bloemenzee het bos een sprookjessfeer zal geven. De eerste frisgroene beukenblaadjes duiken op in het bos tussen de kale stammen. De bloeiwijze van de gevlekte aronskelk lokt de eerste motmugjes in haar val. Aangetrokken door een door de ‘bruine knots’ geproduceerde aasgeur komen ze nieuwsgierig kijken maar glijden voor een nachtje ‘de ketel’ in waar ze de vrouwelijke bloemen bestuiven en tegen de ochtend een douche stuifmeel over zich krijgen alvorens vrij gelaten te worden en naar de volgende ‘viesriekende’ aronskelk te vliegen. Veel wilde hyacinten moeten nog beginnen bloeien. De hogere temperaturen volgende week zullen daarbij zeker helpen en het bos elke dag dieper blauwpaars kleuren.